Hoeveel gebruiken?

Als dit geneesmiddel door uw arts is voorgeschreven, respecteer dan de voorgeschreven dosis en de behandelingsduur.

De gebruikelijke doseringen moeten bepaald worden afhankelijk van de indicatie en de leeftijd:

Volwassenen:

- Pijn en koorts: 200 tot 400 mg en dit tot 3 keer per dag. Maximum 2,4 g/dag.

- Ontsteking: 800 mg tot 1,8 g per dag en dit in 2 tot 3 giften. Maximum 2,4 g/dag. Wanneer tabletten met een vertraagde vrijstelling toegediend worden mag er 1,6 g in 1 gift toegediend worden.


Kinderen jonger dan 12 jaar:

- Koorts: tot 5 mg/kg en dit 3 keer per dag. Maximum 1,2 g/dag.
- Pijn: tot 5 à 10 mg/kg en dit 3 keer per dag. Maximum 1,2 g/dag.
- Ontsteking: 10 mg/kg en dit 3 keer per dag. Maximum 2,4 g/dag.

Tabletten en capsules zijn niet geschikt voor kinderen jonger dan 12 jaar.
Voor kinderen bestaat dit geneesmiddel in  zetpillen of siroop. De suppo’s  van 60 mg zijn bedoeld voor kinderen. Ze mogen enkel gebruikt worden bij kinderen vanaf 3 maanden met een minimum lichaamsgewicht van 6 kg.

Hoe gebruiken ?

Bij voorkeur wordt dit geneesmiddelen ingenomen tijdens de maaltijd. Zorg ook voor voldoende vochtopname.

De tabletten worden ingenomen met een glas water, bij voorkeur tijdens de maaltijd.
De retardtabletten worden ingenomen met een glas water, bij voorkeur tijdens de maaltijd.
De fastcaps tabletten worden ingenomen zonder kauwen met een glas water, bij voorkeur tijdens de maaltijd.
De smelttabletten worden opgelost op de tong en vervolgens ingeslikt. Ook best bij de maaltijd.
De zakjes om op te lossen in water worden in dezelfde doseringen gebruikt als de gewone tabletten.
De fastpowder zakjes moeten opgelost worden in een glas water. Na roeren moeten ze onmiddellijk opgedronken worden.
De siroop wordt ook best bij de maaltijd genomen.
De suppo's hoeven niet bij een maaltijd worden opgestoken.

Wanneer begint het te werken?

Hoelang gebruiken?

Kan ik zomaar stoppen?

Dosis vergeten?

Teveel ingenomen?

Vraag uw arts en/of apotheker altijd om advies!

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen geven. Niet iedereen heeft last van bijwerkingen.
De bijwerkingen verdwijnen meestal snel na stoppen van het geneesmiddel. De behandeling moet meteen gestopt worden wanneer een gastro-intestinale bloeding of zweer zich voordoet. Let op met bloed in de stoelgang (zwarte stoelgang), maagpijn en/of misselijkheid. Raadpleeg een arts.

Mogelijke nevenwerkingen zijn:

• ademhalingsmoeilijkheden,
• te lage of te hoge bloeddruk, invloed op het hart en vochtophoping (oedeem).
• maagpijn,
• misselijkheid,
• pijn in de bovenbuik,
• maagzuur,
• gestoorde spijsvertering,
• diarree of constipatie,
• braken,
• opgezwollen gevoel,
• winderigheid,
• verminderde eetlust,
• maagdarmzweer,
• bloed in de stoelgang,
• maagdarmbloedingen,
• hoofdpijn,
• slapeloosheid of slaperigheid,
• duizeligheid, zenuwachtigheid of verwarring,
• huidreacties,
• droge ogen en mond,
• neusverkoudheid,
• tandvleesabces.

Bij sterke overgevoeligheidsreacties is onmiddellijke hulp van een arts noodzakelijk. Deze worden gekenmerkt door een opgezwollen gezicht, tong of strottenhoofd, kortademigheid, versnelde hartslag, verlaagde bloeddruk of ernstige shock.

Bij langdurig gebruik van hoge dosissen van dit geneesmiddel kan hoofdpijn ontstaan. Het is belangrijk dat u deze hoofdpijn dan niet probeert te behandelen met nog hogere dosissen. Contacteer uw arts wanneer u last heeft van hoofdpijn na inname van dit geneesmiddel.

Minder voorkomende bijwerkingen kan u terugvinden in de bijsluiter.

Heeft u last van bijwerkingen die niet op de bijsluiter vermeld staan, neem dan contact op met uw arts of apotheker.